De vlinderstruik (Buddleja davidii) is een plant uit de helmkruidfamilie. Alle vlinderstruiken hebben een grote aantrekkingskracht op diverse soorten vlinders, vandaar de naam. Een andere benaming is herfstsering, omdat de bloeiwijze op die van de seringen lijkt. De geslachtsnaam Buddleja is afgeleid van de Engelse botanicus Adam Buddle. In Europa is de soort vooral als tuinplant in gebruik maar hij komt ook verwilderd voor.
Kenmerken van vlinderstruik of Buddleja
Grondsoort: voedingsrijk, doorlaatbaar, humusrijk
Bodem: Licht zuur
Standplaats: volle zon of halfschaduw
Hoogte: van 75 cm tot wel 4 meter hoog
Kleur: van wit via roze naar donkerrood en paars
Vlinderstruik of Buddleja Davidii
De meeste Buddleja’s bloeien op eenjarig hout. Snoei de struik daarom na de winter, rond half maart. In juni mogen de nieuwe scheuten getopt worden om een vollere struik te krijgen en meer bloemen.

Standplaats
De Vlinderstruik staat het liefst in de volle zon maar doet het ook goed in de halfschaduw. Als de struik in de volle zon staat trekt hij de meeste vlinders aan. Hij staat het liefst enigszins beschut zodat hij bij harde wind niet los komt te staan. Dit heeft als gevaar beschadiging van de stronk en te veel water rond de onderkant van stam waardoor rot en bevriezing op de loer liggen.
Grondsoort:
De Vlinderstruik heeft het liefst doorlaatbare grond met veel organisch materiaal. Maar ook op gewone tuingrond doet hij het goed, zolang de bodem maar niet te nat of te zuur is. Zet de struik dus in voedingsrijke, humusrijke, goed doorlaatbare grond. Daarnaast is het belangrijk dat de grond niet te zuur is, dus kalk strooien is belangrijk.
Onderhoud:
Je kunt oude bloemen verwijderen maar echt nodig is het niet. Verder heeft de Buddlea niet echt veel zorg nodig behalve snoeien. Dat verhaal kunt u hieronder lezen. In een hete droge zomer zeker extra water geven.
Je kunt een vlinderstruik het best in het voorjaar of najaar planten als de vorst definitief uit de lucht. Maak een plantgat en meng tuingrond met compost en een handje kalk door elkaar. Zet de Buddleja in het gat en vul aan met het rondmengsel. Ook een handje wortelpoeder kan geen kwaad.
Snoeien
De onderzijde van de struik verhout en verhoute delen geven geen bloemen, de struik moet daarom jaarlijks of eens per twee jaar gesnoeid worden. De belangrijkste snoei gebeurt in het voorjaar na de vorstperiode (in april), de vlinderstruik wordt het best gesnoeid tot zo’n 50 cm boven de grond. Als het warmer wordt, vormen zich vanuit de knopen nieuwe takken die later in het jaar bloemen zullen dragen. De snoei bevordert de conditie van de vlinderstruik en zorgt dat de plant niet te groot wordt. Een tweede moment om – naar keuze – de plant te snoeien, is na de bloei. Deze snoei is minder diep dan de voorjaars-snoei, en dient vooral om bruin geworden bloemen te verwijderen, en om het uitzaaien te voorkomen.
Het is wel goed om flink wat takken op de plant te laten staan, omdat deze de plant tegen de vorst beschermen. Als de plant niet gesnoeid wordt, zal de struik binnen enkele jaren verhouten en alleen hoog bloeien. De oude takken raken bovendien vaak beschadigd door vorst, en vormen dan een invalspoort voor ziekten.
Het verdient aanbeveling om in oktober de grootste en zwaarste takken tot de helft weg te snoeien. Als de plant te veel wind vangt kan hij los raken in de grond. Er kan water rond de kluit komen te staan waardoor de onderkant kan verrotten. Ook kan er bij strenge vorst schade ontstaan.
Ons motto: Alles wat groeit krijgt een kans, Alles wat bloeit mag blijven. En zo zijn er al heel wat gezellige bloeiertjes mijn tuin ingewaaid.
Geef een reactie