Dit artikel gaat over de Spirea-astilbe, de kleine variant, lid van de Steenbreekfamilie. De Spirea-astilbe geeft info over standplaats, grondsoort, bodem, licht, winterhardheid, kleur en hoogte. Spirea-astilbe staat graag op een plaats in de halfschaduw en op vochthoudende humusrijke grond.
Gewone tuingrond voldoet vaak maar ze kunnen niet tegen uitgedroogde tuingrond. Spirea-astilbe is een vaste plant. Hij word ook prachtspirea of pluimspirea genoemd. De Spirea-astilbe mag niet op een plek in de tuin staan waar water blijft staan. Hoe meer zon de spirea krijgt des te korter duur de bloei. Vochthoudende en humusrijke grond is essentieel het hele jaar te kunnen genieten van de prachtspiraea.
Spirea-astilbe
Standplaats: Matig vochtig tot vochtig, koel
Grondsoort: Humusrijk en waterdoorlaatbaar
Bodem: vochthoudend en humusrijk
Licht: Halfschaduw, zelfs volledige schaduw, licht zonnig.
Winterhardheid: Goed, eerste scheuten gevoelig voor late nachtvorst
Kleur: wit, roze, lila en rood (voornamelijk)
Hoogte: 20 tot 100 cm
Bemesting: Niet teveel, standaard tuinmest
Herkomst:
De spirea-Astilbe komt uit Azie, onder andere uit China, Japan en Korea. Er zijn enorm veel varianten in alle kleuren. De nadruk ligt echter op wit /roze / lila / rood. Astilbe word in het vroege voorjaar of late najaar geplant. Hij houd van een vochtige plaats en mag niet uitdrogen. Vreemd genoeg kan de plant, zeker in de winter, niet tegen staand water.
De Astilbe houd van halfschaduw.
Staat hij in de volle zon dan verkort dat de bloeiperiode aanzienlijk.
De Astilbe kan, eenmaal geplant, flink gaan groeien. Zorg dan wel voor een plek uit de volle zon want hij gedijt niet goed in de hitte en de droogte van de hoogzomer.
Vermeerderen:
Astilbe heeft een stevige wortelstok en is kluitvormend. Als de kluit zichtbaar te groot word en boven de grond uitkomt moet hij gescheurd worden. Dat moet minstens eenmaal in de 5 jaar gebeuren. Doe je dat niet dan gaat hij steeds minder goed bloeien.
De kluit kan rigoreus gescheurd worden in meerdere kleine stukken. Plant die op een afstand van zo’n 30 tot 50 cm uit, het liefst met een paar bij elkaar. Je krijgt dan een mooie volle groep.
Onderhoud:
Goed vochtig houden is de boodschap. Verder met bladmulch de jonge scheuten beschermen tegen de late nachtvorst. Oude bloemen verwijderen. Regelmatig scheuren en vermeerderen. In het najaar kun je de oude kluiten bedekken met bladmulch of compost.
Voeding en mest:
In het voorjaar eventueel licht bijmesten, pas op de je de jonge scheuten niet verbrand. Wacht dan even tot de plant wat groter is en neem hem dan mee in de ronde van de voorjaarsbemesting of geef gewoon standaard tuinmest.
Algemene kenmerken:
Spirea-astilbe, pluimspirea, moersspirea of prachtspirea is enerzijds een struik (o.a. Spiraea Argutaen en Spiraea Japonica) en anderzijds een vaste tuinplant. Lang heeft men gedacht dat deze twee verwant zijn maar genetisch onderzoek heeft aangetoond dat dit nauwelijks het geval is ondanks dat de bloemen erg op elkaar lijken.
Spirea (Filipendula) of Spierstruik is een geslacht van planten in de Rozenfamilie en is groter dan de Astilbe. Hoewel sommige varianten van de Astilbe moerasspirea worden genoemd is de Astilbe van de steenbreekfamilie en niet van de rozenfamilie. Op internet is de naamgeving af en toe verwarrend.
Taxonomie
Rijk: Plantae (Planten)
Stam: Embryophyta (Landplanten)
Klasse: Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade: Bedektzadigen
Clade: ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen
Clade: Geavanceerde tweezaadlobbigen
Orde: Saxifragales
Familie: Saxifragaceae (Steenbreekfamilie)
Geslacht: Astilbe
Geef een reactie