In dit artikel over de Spierstruik of Spirea Japonica informatie over de grondsoort, standplaats, bodem, onderhoud en bemesting van deze prachtige struik alsmede de plantvoorschriften. De Spierstruik of Spirea Japonica (Japanse spierstruik) of struikspirea is een plant die behoort tot de rozenfamilie.
Het is een plant met donkergeel tot groen blad met een prachtige schermbloemige bloeiwijze. De struik is makkelijk en dankbaar.
Spierstruik of Spirea Japonica
Kenmerken van de Spierstruik of Spirea Japonica
Grondsoort: voedselrijk, humusrijk, goede tuingrond, licht zandig.
Bodem: waterdoorlatend, humusrijk, zandig
Standplaats: zonnige plek
vocht: vochtig maar niet nat
Zon: zonminnende plant
Hoogte: 40 tot 80cm, maximaal 1.50 meter
Breedte: max 80 cm in doorsnee. Doorgaans zo breed als hoog
Kleur: Doorgaans roze of rood, soms wit
Plantvoorschriften:
Bij het planten van deze stuik is enige aandacht gewenst om later veel plezier te hebben van de prachtige en veelvuldige bloemen. Maak een ruim plantgat en meng de uitgeschepte grond met brekerzand, compost en eventueel wat fijn grind.
Ik gebruikt split en geen grind (te groot) of grit (te klein) Split, bijvoorbeeld de ardenner variant, zorgt voor een open structuur en bevordert de waterdoorlaatbaarheid. Verder een paar handen breekerzand en voila, je hebt een prima basis voor je Spierstruik. Schep ook nog 1/3 deel compost door de grond maar zorg er voor dat de wortels niet rechtstreeks in de compost komen te staan.
Standplaats:
De Spierstruik of Spirea Japonica houd van een zonnige standplaats en een matig vochtige bodem. In mijn tuin staat in de buurt van de vijver aan de kant die nog wel eens overstroomt. Maar hij staat wel boven het nivo van de vijverrand. Hij zal dus nooit natte voeten hebben en zijn wortels kunnen altijd water vinden. Dat is dus de idelae plek. Hij doet het dan ook voortvarend en heeft nauwelijks enig onderhoud nodig.
Onderhoud:
Uitgebloeide bloemen moeten altijd worden verwijderd. Met tussenpozen van 2 tot 3 jaar uitdunnen en snoeien. In het voorjaar bemesten met organische mest. In de winter mulchen. Verder heeft deze plant bijzonder weinig zorg nodig. Wel houd hij van een matig vochtige omgeving en je moet dus wel water geven bij warmte in de zomer of droge periodes.
Bemesting:
Geef in het voorjaar een basisbemesting van gewone compost en organische bemesting. Breng ook mulch aan. Ik doe die twee samen en mulch met fijne schors en compost in het vroege voorjaar. Als hij goed gaat uitschieten gooi ik nog wel eens een handje tuinmestkorrels in het rond. Ook in het najaar gaat hij mee in de mulchbeurt maar dan vooral fijne schors met blad en wat stro.
Snoeien:
De spierstruik of Spirea Japonica moet in alle vormen gedeeltelijk of geheel worden gesnoeid. Kleine soorten alleen in vorm knippen met een snoeischaar Voorjaarsbloeiers: Na de bloei snoeien. De voorjaarsbloeiers bloeien over het algemeen witkleurig en bloeien meestal aan overjaars hout (oudere takken).
Bij de voorjaarsbloeiers doe je aan verjongingssnoei door de struiken uit te dunnen door 1/3 tot ¼ van de oudste takken tot op de stronk tot 5 tot 10 cm weg te snoeien. Snoei terug tot op de sterke scheuten. Door verjongingssnoei blijft de struik vitaal en compact.
Door de plant terug te zetten tot op de stronk zal hij nieuwe scheuten vormen waarop hij het volgend jaar gaat bloeien. Oude planten reageren soms traag op een drastische snoei. Laat 2-3 sterke scheuten ongesnoeid en knip de andere net boven de grond af.
Zomer- en herfstbloeiers: in het voorjaar snoeien. De zomerbloeiende spiraea’s bloeien hebben meestal rooskleurige bloemen en bloeien meestal aan het jonge hout (eenjarige scheuten) De zomerbloeiers moet je in het voorjaar (april) sterk terug snoeien.
Knip de plant minstens voor de helft terug (meestal tot 30 of 40cm hoogte). De plant gaat weer uitschieten en op dit éénjarige hout gaat hij bloeien. Na de bloei de uitgebloeide bloemen verwijderen.
Ik ben doorgaans vrij radicaal en zet dit soort struiken (ook hortensia’s) graag eens in de paar jaar helemaal terug. Je hebt dan een jaartje een wat mindere plant maar het jaar daarop heb je een juweeltje dat de moeite 10 keer waard is.
Bij de zomerbloeiers doe je dat in dit geval elk jaar maar ook de voorjaarsbloeiers zijn gebaat bij een periodieke totale snoei. Mijn eigen halfhoge variant heb ik de eerste jaren trouwens helemaal niet gesnoeid. Daarna alleen wat vormsnoei.
Gezien de afmetingen (60cm hoog en breed) en bloeiend in de voorzomer (mei/juni) zou hij wel wat snoei kunnen gebruiken maar voorlopig word hij alleen maar mooier. Die zal dus in de komende jaren wel eens een keer een flinke verjonging nodig hebben.
Taxanomische indeling:
Rijk: Plantae (Planten)
Stam: Embryophyta (Landplanten)
Klasse: Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade: Bedektzadigen
Clade: ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen
Clade: Fabiden
Orde: Rosales
Familie: Rosaceae (Rozenfamilie)
Geslacht: Spiraea (spierstruik)
Soort: Spiraea japonica
Geef een reactie