Het sneeuwklokje is een bloembol(letje) dat feitelijk in geen enkele tuin mag ontbreken. De ideale grondsoort voor dit fijne bolletje is een humusrijke, voedzame en doorlaatbare grond. De bodem mag iets zwaarder zijn dan voor de normale bloembol. Het Sneeuwklokje kan daarom ook prima verwilderen in een gazon. Sneeuwklokjes zijn dan ook verwilderingbollen bij uitstek. Zet ze in november neer en kijk er nooit meer naar om.

Kenmerken van het sneeuwklokje of Galanthus:
Grondsoort = vochtige humusrijke en voedselrijke grond.
Grondsoort = Goed waterdoorlatend, nooit staand water (geld voor alle bollen)
Bodem = matig voedselrijke tot voedselrijke, zwak zure tot iets kalkhoudende grond
Grond = van bosgrond tot gazon, geen zand of klei maar gemengde grondsoorten.
Standplaats = Licht beschaduwde of soms zonnige plaatsen
Kleur = Wit
Bloeiperiode = Januari tot April
Vocht: matig vochtig, niet te nat.
Grondsoort voor het sneeuwklokje:
De algemene conclusie uit de gegevens die ik kan vinden is dat sneeuwklokjes het op vrijwel elke grond goed doen. Alleen niet op louter zand of klei. Er moet dan wel humus doorheen zitten en goed doorlaatbaar zijn. Er zijn veel soorten die het op bosgrond goed doen. Dat is dus een mengsel van veel humus met zand en losse aarde met als kenmerk een goede doorlaatbaarheid.
Je kunt het dus bijna niet fout doen met deze bloembol. Ook kun je ze prima in het gazon laten verwilderen maar zoek dan wel even een soort die daarvoor geschikt is. Een sneeuwklokje voor bosgrond zal het minder goed doen in een gazon.
Planten:
In principe zet je sneeuwklokjes vóór November in de grond. Maar je kunt ze ook bloeiend in januari, februari en maart in de grond zetten. “In het groen verkopen” noemen handelaren dat. Ze doen dat ook omdat sneeuwklokjes nog wel eens slecht willen aanslaan. Dat is dus een prima manier om sneeuwklokjes aan te planten. Een jaar lang gewoon bloeiend op de plek zetten en je bent klaar.
Het Sneeuwklokje moet je niet te ondiep planten. Ze zeggen vaak, net als bij andere bollen, dat je ze 3 keer de hoogte van de bol moet planten. Ik heb echter muizen in de tuin en zie vaak de kleine bolletjes boven op de grond liggen. Zo ben ik er heel wat kwijt geraakt.
Plant ze dus iets dieper als je ze wilt laten verwilderen. Mag gerust 5 tot 6 keer de hoogte van de bol zijn, al gauw een centimeter of 10 dus. Vormen ze eenmaal een pol dan zijn ze minder vatbaar voor woelmuizen en andere wroeters in je tuin.
Gouden tip: in februari en maart, als de bollen opkomen, kun je vaak zien waar je nog wel een polletje sneeuwklokjes zou willen hebben. Koop dan bloeiende sneeuwklokjes en zet die op de plaats waar je ze hebben wilt. En dan niks meer aan doen, makkelijker kan niet.
Standplaats:
Sneeuwklokjes willen in principe licht beschaduwde plaatsen. Een beetje zonnig mag natuurlijk wel. Vandaar dat ze het zo goed doen in grasvelden in parken. Daar is vaak schaduw in de wintermaanden door de hoge bomen.
Geef ze gerust een beetje de ruimte. Dan kunnen ze naar hartenlust verwilderen en pollen vormen die soms tussen 50 tot 100 cm groot kunnen worden.
Verder doen ze het prima onder bladverliezende bomen en heesters of in de border tussen vaste planten.
Er zijn twee belangrijke soorten: de Galanthus elwesii en de Galanthus nivalis. Deze twee soorten kun je dan ook vrijwel overal kopen. Daarnaast zijn er nog zo’n 70 andere soorten te vinden.
Taxonomie:
Rijk: Plantae (Planten)
Stam: Embryophyta (Landplanten)
Klasse: Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade: Bedektzadigen
Clade: Eenzaadlobbigen
Orde: Asparagales
Familie: Amaryllidaceae (Narcisfamilie)
Geslacht: Galanthus (Sneeuwklokje)
Soort: Galanthus nivalis of Galanthus elwesii
Geef een reactie