Informatie over Ridderspoor Delphinium met de grondsoort, bodem, standplaats, onderhoud en bemesting. Ridderspoor Delphinium is een doorgaans lila of paarse bloem die met een kaarsvormige en spits toelopende bloeiwijze. Ridderspoor Delphinium is een geslacht uit de ranonkelfamilie of Ranunculaceae. Er zijn zo’n 250 soorten, die voorkomen in de gematigde streken van het noordelijk halfrond.
De planten houden van een goed doorlatende grond en staan in de zomer graag in de volle zon, en ze zijn bestand tegen koude winters. De planten bloeien tussen het einde van de lente tot aan het einde van de zomer. De bloemen zijn 10 tot 200 cm lang en staan recht omhoog. Een beetje steun kan dan ook een kwaad. Ridderspoor is bijzonder giftig.
Ridderspoor Delphinium
Kenmerken van de Ridderspoor Delphinium:
Standplaats: zonnig
Grondsoort: Humusrijk, goed doorlaatbaar
Vocht: normaal
Bodem: voedzame zavelgrond (zand met klei of humus)
Bloeiperiode: Juli tot augustus
Kleur: Blauw overheerst maar ook roze, rood en wit
Hoogte: 150 tot 200cm en hoger
Winterhard: ja, volkomen
Grondsoort en bodem:
Het aantal planten per m2 is ongeveer 3 – 5 planten. Delphinium houdt niet van natte voeten dus de boden moet goed waterdoorlatend zijn. Bij voorkeur zandgrond en licht kleigronden met een zuurgraad van 6,5 tot 7. Als de grond niet aan deze criteria voldoet moet deze aangepast worden. Bij zware grond kun je de bodem mengen met scherpe zand zodat de grond beter waterdoorlatend is en de wortels meer zuurstof krijgen.
Standplaats:
volle zon. Riddersporen zijn echte zonaanbidders. En geef bij droog weer veel water. Het liefst onder de plant door.
Planten:
Maak een ruim plantgat en doe er meststoffen doorheen zoals beendermeel, hoornmeel, paardenmest of specifieke tuinmest. Plant ze op normale diepte en geef ze goed water. Delphiniums zijn grote planten en hebben veel ruimte nodig. Plant ze daarom op 75 cm van elkaar. Plant je ze te dicht op elkaar dan zijn ze gevoeliger voor ziektes, met name meeldauw. Ook houden ze van frisse lucht (afdoende luchtcirculatie). Geef bij het planten direct koemestkorrels mee, en geef in het najaar kalk, om de pH te verhogen. Herhaal dit elk jaar.
Vocht:
Delphiniums zijn grote planten met een relatief klein wortelgestel en hebben daarom veel water nodig, zeker in het groeiseizoen. Laat de grond echter niet te nat worden want dan krijgt hij last van wortelrot en kroonrot.
Onderhoud:
Geef bij droog weer veel water. Het liefst onder de plant door. Het is voor verlenging van de bloeiperiode het beste om uitgebloeide bloemstengels meteen na de bloei weg te knippen. Ik doe het zelf als ze over hun hoogtepunt heen zijn en wacht niet helemaal tot ze lelijk of totaal uitgebloeid. Zaadvorming moet je voorkomen want dan gaat echt alle energie naar de zaadvorming. Als de hoofdbloem (bijna) is uitgebloeid knip je hem net onder de bloem af. Nu kunnen de zijscheuten zich ontwikkelen en gaan bloeien. Als ook die zijn uitgebloeid knip je ze helemaal weg. Als de hele plant is uitgebloeid kan hij fors worden terug geknipt.
De overblijvende stengels laat je op een natuurlijke manier afsterven. De plant gaat niet echt helemaal dood maar begint nu voedsel op te slaan voor de bloei van volgend jaar. Gaat hij spontaan nieuwe zijscheuten maken dan komt er een tweede bloei later in het jaar. Als dit gebeurt moet je wel meteen de oude stengels weghalen om de groei te stimuleren. Uiteindelijk in de herfst alle stengel net boven de grond weghalen. Je hoeft ze niet af te dekken in de winter want ze zijn volkomen winterhard.
Vermeerderen en verplaatsen
Geadviseerd wordt elke 2 jaar de planten in het voorjaar februari/maart uit de grond te halen en zo nodig te delen en te verplanten (1 meter verderop is al genoeg). Delphiniums houden er niet van jaren lang op de zelfde plaats te staan. Bij veel mensen bloeien de Delphiniums het 1e en 2e jaar prachtig en het 3e of 4e jaar zijn ze opeens weg. De plant wordt dan waarschijnlijk aangetast door slakken, schimmels of voedselarmoede in de bodem, (Bodemmoeheid). Vandaar het advies de planten elke 2 jaar te verplanten.
Hoe gaat scheuren in zijn werk:
Als de planten 2 jaar oud zijn haal de planten dan in februari /maart uit de grond. Klop de grond er goed van af. Neem een steel die dat jaar gebloeid heeft, aan de voet van deze gebloeide steel zitten de nieuwe ogen voor het volgend jaar. Snijd deze scheut met 2 á 3 nieuwe ogen met een mesje af (gladde wond). Zorg dat er geen oudere delen van de plant aan het gescheurde materiaal zit. Dit gaat later rotten. Poeder de wond na het scheuren in met houtskoolpoeder, dit voorkomt rotting. Wees voorzichtig met scheuren daar de ogen gemakkelijk breken.
Bemesting:
Ridderspoor Delphinium houdt van voldoende voeding dus bijmesten met (vloeibare) mest voor bloeiende planten is aan te raden. Aangezien deze plant de bodem flink kan uitputten verdient het aanbeveling ze om de twee jaar ergens anders neer te zetten. Natuurlijke meststoffen zoals compost of dierlijke mest bevatten voldoende humus om de grond te verbeteren, paardenmest is het beste, koemest kan ook. Niet te veel stikstof geven want dan groeien ze alleen maar omhoog. Fosfaat is goed voor de wortels.
Ziektes:
Ridderspoor Delphinium is zeer gevoelig voor Meeldauw. Zodra je witte vlekken op het blad ziet die lijken op kalkaanslag is er sprake van meeldauw. Bespuit de plant zo snel mogelijk met een Milieuvriendelijk (Ecostyle) middel tegen meeldauw en vergeet niet dit te herhalen. Uiteraard gebruiken we geen vergiften uit de rekken van Bayer, HG of andere chemische concerns. Dit geld ook voor slakken. Die eten de verse groeipunten uit de plant die vrijwel zeker gaat rotten. Ik heb de afgelopen jaren veel succes gehad met bier in lage potjes in combinatie met EscarGo van Ecostyle.
Strooi in februari, maart en april slakkenkorrels of schelpengruis rond de plant. Slakken zijn verzot op Delphinium. Bij het uitlopen van de plant vreten de slakken de eerste bladeren op waardoor de plant niet meer uitloopt (lijkt dood), De plant wil wel maar krijgt geen kans. Met slakkenkorrels of schelpengruis kunt u het probleem zeer goed tegengaan. Strooi een dikke laag schelpengruis rond de plant, de slakken zullen er niet over heen kruipen.
Koperen ring: Een koperen ring rond de plant werkt ook heel goed. Slakken kunnen er niet overheen kruipen. Let wel op dat er geen slak binnen de ring aanwezig is.
Taxonomische indeling:
Rijk: Plantae (Planten)
Stam: Embryophyta (Landplanten)
Klasse: Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade: Bedektzadigen
Clade: ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen
Orde: Ranunculales
Familie: Ranunculaceae (Ranonkelfamilie)
Geslacht: Delphinium
Informatie deels van: Amara Florea, specialisten op het gebied van Delphinium
Geef een reactie