In dit artikel over de nestvaren informatie over de grondsoort, standplaats, onderhoud, voeding en bemesting en bodemvoorschriften van deze fraaie groenblijvende kamerplant. De nestvaren heet zo omdat hij vanuit het midden uit naar buiten groeit en je dus altijd een enigszins open hart krijgt waardoor hij op een nest lijkt. Het is een relatief lastige kamerplant met een intense donkergroene kleur en fraai gevormd blad. Het is een sterke varensoort met frisgroen blad, afkomstig uit de wouden van Japan en Taiwan. Bij oudere bladeren vormen zich sporenhoopjes in rechte lijnen op de achterkant van de bladeren.
De Nestvaren
De Nestvaren is geen al te makkelijke plant. Hij wil vochtig zijn maar niet nat, geen al te droge lucht, regelmatig voeding maar nooit te veel in één keer, geen natte voeten, geen water onder in de pot en bij voorkeur een rustige omgeving met klassieke muziek. Dat laatste is geen garantie want mijn nestvaren word groener als ik regelmatig Sublime FM opzet.
Kenmerken:
Standplaats: licht maar geen directe zon, geen tocht
Grondsoort: kalkarm, humusrijk, doorlaatbaar, zandig (bosgrond)
Grondsoort: potgrond met kokosvezels, turf, grof zand en wat koemest
Grondsoort: Er bestaat varen/anthuriumgrond.
Voeding en bemesting: mest voor groene planten
Vocht: Vochtig maar niet nat, geen natte voeten, geen staand water onderin de pot.
Standplaats:
De nestvaren houd van een lichte plek maar wil geen direct zonnelicht. Hij kan ook tegen minder licht, ook wel halfschaduw genoemd. Het is echter geen plant om in een donker hoekje te zetten. Temperatuur tussen de 12 en de 20 graden/C. In de natuur groeit hij vaak als epifyt in bomen en op rotswanden, waar hij gefilterd licht ontvangt. Een plek in de halfschaduw is dus ideaal.
Onderhoud:
Op zijn minst 1x per 2 jaar verpotten maar liever nog 1x per jaar. Over het algemeen kunt u hem in dezelfde pot terug plaatsen. Als epifyt is hij gewend in weinig grond te groeien, maar op een gegeven moment zal hij te groot voor zijn pot worden.
In de winter minder sproeien en in de rustperiode geen voeding. Dat doe je weer in het voorjaar als het weer lichter word. Regelmatig voeden en bemesten en de kluit vochtig houden maar nooit nat. De pot kunt u ook af en toe dompelen. Hiermee voorkomt u meteen dat zich teveel zouten ophopen in de grond. Het beste is het om deze plant te voorzien van regenwater op kamertemperatuur, aangezien dat water minder kalk bevat dan kraanwater. De nest varen houd namelijk absoluut niet van kalk.
Voeding en bemesting:
Minstens 1x per maand voeding voor groene planten of een beetje koemest geven. Pas op met teveel mest omdat de wortels van Varens best wel fragiel zijn.
Water en vocht:
Dit is een wankel evenwicht. Enerzijds moet de kluit vochtig maar nooit nat. Geen staand water onder in de pot of natte voeten. Dus regelmatig kleine beetjes water geven. Af en toe sproeien en oppassen dat de lucht in de ruimte waar de varen staat niet te droog is. De luchtvochtigheid moet bij voorkeur boven de 50% zijn. Bij te droge lucht kunnen de bladeren bruin worden.
Belangrijk: de Kluit mag nooit uitdrogen.
Oorzaken van bruine bladeren:
Te veel water
Te weinig water
Te veel kalk
Te koud water
Te veel mest (en dus te veel zout in de bodem)
Te droge lucht
Gebruik nooit gif in uw tuin. Neem biologische bestrijdingsmiddelen van Ecostyle of andere ecologische merken. Gebruik nooit spullen van Bayer of HG. Dit is allemaal vergif en dat is één van de oorzaken van de terugloop van het aantal insecten.
