In dit artikel over de krokus informatie over de grondsoort, bodem, standplaats, bloeiperiode en onderhoud. Ook nog een paar tips over mest, bemesting en voeding. De krokus is een graag geziene gast in de Nederlandse tuinen, borders en gazonnen. Hij is makkelijk, vermeerdert van nature en is een voorbode van de rest van de bollen. Alleen de winter-akoniet is eerder .
Kenmerken van de krokus:
Grondsoort: voedselrijk tot matig voedselrijk
Bodem: Losse humusrijke grond, waterdoorlatend
Bloemkleur: Alle kleuren, voornamelijk paars, wit, geel
Bloeiperiode: februari tot maart
Hoogte: 7,5 – 12,5 cm
Plantdiepte: 12,5 cm
Onderlinge afstand: 2,5 cm
Winterhardheid: uitstekend
Standplaats: volle zon tot half schaduw
Veel krokus variëteiten komen uit landen rond de Middellandse zee en klein Azie. De krokus is samen met het sneeuwklokje een voorbode van de lente en daarom alom geliefd.

Crocussen doen op een veelvoud aan plaatsen zoals in borders, in het gras, onder bomen, struiken en heesters, in potten en bakken en zelfs binnenhuis. In Nederland vind je crocussen wild of verwildert in bossen, parkbossen, buitenplaatsen, lichte loofbossen, gazons, bermen en grasland.
Voor het gezicht is het aan te raden de krokussen in groepen te planten. Zo krijg je een ware kleurexplosie. De groepen krokussen worden elk jaar groter.
De krokus moet niet verward worden met de Colchicum. De Colchicum en de krokus worden van elkaar onderscheiden door het aantal meeldraden; de krokus heeft er drie, terwijl de Colchicum er zes heeft.
Planten
Eén belangrijke voorwaarde voor optimaal resultaat is dat krokussen een goed gedraineerde grond moeten hebben. Voedselrijk tot matig voedselrijke, humusrijke en waterdoorlatende losse grond. Natte grond word door de krokus echt slecht verdragen. Hetzelfde geldt overigens voor alle bollen.
Op sommige websites word zandgrond genoemd als ideale grondsoort voor de krokus. Ik zelf heb de ervaring dat krokussen het vrijwel overal doen. Alleen is zandgrond zeer waterdoorlatend en daardoor per definitie geschikt voor de bollenteelt. Aan dat zand moet dan wel compost worden toegevoegd voor voeding. Wat je dan eigenlijk doet is je eigen geestgronden maken.
Grondsoort:
Bloembollen werden in Nederland van oudsher vooral gekweekt op Geestgronden. Geestgrond is een cultuurgrond die bestaat uit duinzand dat vermengd is met klei en/of veen dat van elders is aangevoerd.
Dit grondmengsel is erg geschikt voor de bloembollenteelt. Bollen houden ook van kalk in de bodem. Dat is op de geestgronden ook al geen probleem. Zo vlak bij de zee zit er veel schelpengruis in de bodem.
Door de jaren heen is gebleken dat Tulpen, Lelies en Gladiolen het uitstekend doen op kleigrond, vooral de lichtere soorten. Narcissen en Hyacinten doen het in principe beter op zandige grond.
Mest en voeding
Als je crocussen het goed doen heb je feitlijk geen mest nodig. Bovendien ga je andere planten wel voeding geven en breng je vaak rond bloembollen mulch aan voor de winter. De krokus is een bolgewas dat gewoon meelift met zijn omgeving. Hij heeft bijzonder weinig nodig. Staan ze in een gazon en wil je perse wat bijmesten doe dat dan direct na de bloei want dan gaan de bollen groeien en voeding verzamelen voor de volgende bloei. Neem dan maar gewoon een mestsoort die geschikt is voor je gazon want daar doen crocussen het doorgaans uitstekend in.
Vocht
Maar ik herhaal het nogmaals, een goede drainage is cruciaal. Humusrijk, kalkrijk, zandig, leem, zavel, geestgrond, het maakt niet uit als de grond maar zeer goed waterdoorlatend is. Anders gaan de bollen rotten en is al je moeite voor niks geweest.
Onderhoud:
Krokussen die je in de grond laat zitten zullen eerder bloeien dan degene die vorige herfst zijn aangeplant.
De krokus is samen met de narcis bij uitstek geschikt om in het gazon te planten. Wel even wachten met maaien tot het blad is uitgebloeid. Laat het loof na de bloei vergelen en afsterven. Niet afknippen want het blad is nodig om de bolletjes (eigenlijk knolletjes) te voeden voor het volgende bloeiseizoen.
Trouwens, een moderne tuinier maait zijn gras niet en maakt er een bloemenweide van.
Rijk: Plantae (Planten)
Stam: Embryophyta (Landplanten)
Klasse: Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade: Bedektzadigen
Clade: Eenzaadlobbigen
Orde: Asparagales
Familie: Iridaceae (Lissenfamilie)
Geslacht: Crocus
Geef een reactie