In dit artikel over het Krentenboompje, Krent of Krentenboom (Amelanchier lamarckii) geef ik informatie over de grondsoort, bodem, standplaats, voeding en bemesting en onderhoud van deze prachtige witte lenteboodschapper. Het krentenboompje is een breeduit groeiende, bladverliezende struik die tot 12 meter hoog kan worden. In Nederland komen twee soorten in het wild voor op zandige gronden. Het elegante krentenboompje of Amelanchier lamarckii is met zijn uitbundige wolken van witte bloesem in de lente een niet te missen verschijning in de lente.
Het is een bladverliezende, meerstammige boom of struik. De bomen kunnen in hun volle glorie een ware witte bloemenzee veroorzaken. Het krentenboompje is niet inheems in onze streken maar word enthousiast aangeplant als infrastructuur-groen. Ook in bossen en parken komen ze vaak voor, ook al omdat ze zich via wortelscheuten snel verspreiden.
Krentenboompje of Krent
Kenmerken Krentenboompje, Krent of Krentenboom
Grondsoort: vochtige, doorlaatbare grond
Bodem: licht zure, matig voedselrijke bodem
Standplaats: Niet onder andere bomen, vrijstaand
Voeding en bemesting:
Licht en zon: zon of halfschaduw
Winterhard: Ja
Standplaats:
Het krentenboompje, Krent of krentenboom heeft een voorkeur voor een licht vochtige en zure grond, maar ook op voedselarme grond doet hij het uiteindelijk prima. Alleen te natte grond vindt hij niet zo prettig. Het krentenboompje kan ook als kleine struik gecultiveerd worden in grote potten en kuipen.
Grondsoort en bodem:
Het krentenboompje is niet erg kieskeurig en doet het op vrijwel alle grondsoorten. Hij heeft een voorkeur voor vochtige en goed gedraineerde lichtzure grond. Maar ook op zandige gronden zal hij prima uit de voeten komen.
Zet hem in de zon of halfschaduw maar niet onder of direct naast grote en zware bomen. Dan is de grond te droog en bloeit hij minder goed. De Krent bloeit vooral op kortloten aan scheuten van het voorgaande jaar. In de oksels van de bladeren ontwikkelen zich in juni de bloemknoppen voor het volgende jaar.
Onderhoud:
Weinig tot geen. Let op plagen en verwijder takken die die dood gaan en waarvan de bloemen en bladeren zijn afgestorven snel en volledig en gooi ze weg bij het tuinafval of breng ze naar de gemeentewerf.
Wanneer het krentenboompje lelijk of kaal begint te worden, met name onderaan, dan kun je ze de struik of boom uitdunnen. Dit doe je meteen na de bloei. De lelijke takken haal je weg en je geeft de boom lucht en ruimte.
Snoeien en vormsnoei:
Het mooie van de krentenboom is dat je hem in vorm kunt cultiveren. Kies dan van de struik die je hebt de juiste takken of één hoofdtak en maak door vormsnoei en het leiden van de takken de vorm die je graag wilt hebben.
Wil je van de struik een grote boom maken kies dan een stevige tak uit en snoei de rest helemaal weg. Blijf dit de jaren daarna doen. De zijtakken van de gekozen tak snoei je terug tot een derde van de lengte tot de stam groot genoeg is om een kroon op te kunnen cultiveren.
Het krentenboompje is voor een middelgrote tuin een prima boom, ook al omdat hij zich goed laat op de plek laat snoeinen. Hij kan zo’n 9 meter hoog worden maar tussen de 5 en 8 meter is gemiddeld. En daar doet hij heel wat jaren over. In het begin van zijn leven is het een opgaande kegelvormige struik die je vaak ziet in de directe omgeving van grotere bomen die zich via wortelstokken verspreiden. In de zomer draagt het krentenboompje blauwzwarte vruchtjes die ongeveer 1 centimeter groot zijn. Ze lijken wel wat op krenten en daaraan heeft dit boompje zijn Nederlandse naam te danken. In de Verenigde staten van Amerika worden de bessen vermengd met bosbessen gebruikt als vulling voor taarten. De Krentenboom kent bovendien fraaie herfstkleuren.
Goed voor de vogels:
Direct na de bloei zie je de vruchtjes al vormen: donkerblauwe vruchtjes waar de krentenboom zijn naam aan te danken heeft. Ze kleuren snel van groen naar karmijnrood naar blauwzwart. De besjes zijn eetbaar: zoet maar een tikje melig. Laat ze dus maar lekker hangen voor de vogels die er trouwens bij zijn voor ze rijp zijn. Het kan gezellig druk worden in zo’n struik, zeker met merels en spreeuwen in de buurt.
Lees hier over nog zo’n fraaie lentebloeier, de Prunus of Japanse sierkers
Lees ook eens over fruit
Geef een reactie