In dit artikel over de Kerstroos, poinsettia of Euphorbia pulcherrima informatie over de standplaats, water geven, onderhoud, grondsoort en voeding en bemesting. De kerstster of poinsettia (Euphorbia pulcherrima), behoort tot de wolfsmelkfamilie en wordt in Nederland vooral gekocht voor de kerst. De naam poinsettia komt van de Amerikaanse ambassadeur Joel Poinsett, die de plant in het begin van de 19e eeuw in de Verenigde Staten invoerde. De kerstster werd door de Azteken Cuitla-xochitl genoemd.
Het was de lievelingsplant van Motecuhzoma II. In 1804 bracht natuuronderzoeker Alexander von Humboldt de plant voor het eerst naar Europa. In de middeleeuwen werd het sap van de plant tegen de koorts gebruikt en maakten ze van de schutbladen rode verf. In het wild in Mexico en Midden-Amerika vormt de plant een struik die tot 4 meter hoog kan worden. De plant bloeit daar van november tot januari/februari. In de zomer is de struik kaal.
De Kerstster
Waarom met de kerst … ?
Het is één van de eerste tekenen dat kerstmis echt naderbij komt, de felrode Kerststerren bij de kwekerijen. De kerstster wordt vooral als potplant geteeld vanwege zijn rode, witte en roze topbladeren die een mooie ster vormen. De bladeren lijken op bloemen maar zijn het niet. De bloemen zijn groen met een geel randje, klein en onopvallend. Ze zitten geclusterd in het centrum van de gekleurde bladeren. Mede vanwege de kleur, vooral rood en wit, is het een topper tijdens de kerstweken. Er zijn rassen met helderrode, donkerrode, zalmrode, witte en gele schutbladen (bracteeën), die stervormig gerangschikt zijn om de bloemknoppen. De eigenlijke bloemen zijn klein en geel van kleur. De bladeren zijn donkergroen en licht gekarteld.
Kerstster en Kerstroos
Verwar de Kerstster of Euforbia niet met de Kerstroos of Helleboris. Deze twee planten hebben weinig of niets met mekaar gemeen. De kerstroos of Helleboris Niger is een vaste buitenplant. Het is één van de eerste bloeiers van het jaar (of één van de laatste, licht er aan van welke kant je komt) die rond december – januari bloemen draagt. De kerstster daarentegen is een echte binnenplant die van de warmte houd.
Kerststerren zijn kortedagplanten die alleen bloeien wanneer zij niet minder dan 12 uur licht krijgen. De plek waar zo oorspronkelijk vandaan komen is rond de evenaar en daar hebben ze die omstandigheden het gehele jaar door. Om de plant in bloei te krijgen heeft hij een kortedagbehandeling nodig. Hij moet dan minstens 40 dagen gedurende 14 uur per dag in het absolute donker staan en 10 uur per dag in het licht. Ook moet je hem na de zomer niet meer bemesten. De kerstster, Euforbia of Poinsettia groeit optimaal met veel licht. Zorg dat hij niet in het donker (de schaduw) staat en nooit op de tocht.
De kerstster is geen moeilijke plant zoals wel eens gezegd word, maar hij heeft wel een gebruiksaanwijzing.
Giftig … ?
De Euforbia of Kerstster is lid van de familie van de wolfsmelk. Je kunt er het beste van uitgaan dat hij licht giftig is. Bij de plant is soms een witachtig melksap te zien. Dat verraad zijn afkomst, de familie van de `Euphorbiaceae’ of Wolfsmelkgewassen. Zorg ervoor dat het witte melksap van de plant niet in aanraking komt met de mond of met de ogen. De plant buiten bereik van kinderen zetten en ze er met kerst niet mee laten slepen of mee spelen en aanraken omdat ze zo mooi zijn.
Let op:
De Poinsettia of Euforbia pulcherrima of kerstster is gevoelig voor temperatuur. Zorg er dus ook tijdens het vervoer (in de auto of op de fiets) voor dat de plant het niet al te koud krijgt … !
Standplaats:
De kerstster staat graag op een lichte, zonnige standplaats maar ook weer niet in de volle zon. Bij mij staat hij voor het raam waar hij de zon wel kan zien maar hij staat nooit in de volle winterzon. Hij houd niet van al te droge lucht. Zet je hem in de buurt van de CV hang dan een verdampertje in de buurt. De ideale temperatuur voor de kerstster is tussen de 14 en 22 graden °C. In verband met zijn liefde voor enig vocht in de lucht kun je hem ook wekelijks even nevelen. Niet in de tuin helemaal gooien natplenzen maar subtiel en fijn besproeien dus.
Grondsoort:
Standaard potgrond voldoet bij de kerstster. Eventueel kun je de grond mengen met kokosvezels.
Water geven:
De kerstster heeft maar weinig water nodig. Geef je hem teveel van zullen de bladeren er snel afvallen. Onder in de pot mag nooit water staan, ze mogen dus geen “natte voeten” hebben. Geen schoteltje er onder dus met een plas water. De kluit moet je goed vochtig houden maar nooit nat. Giet dus regelmatig met kleine beetjes. Over het algemeen is het advies om hem eens per week in lauwwarm water onder te dompelen tot er geen luchtbelletjes uit de wortels meer opstijgen. Vervolgens late uitdruppelen en terug op de plekt.
Voeding en bemesting
Je kunt de kerstster twee wekelijks licht bemesten paar pas vooral tijdens de bloei op voor overbemesting. Bij een goede verzorging behouden de schutbladeren maandenlang hun kleur.
Overhouden:
Je kunt de kerstster in principe overhouden zodra de gekleurde schutbladeren weg zijn. Het proces is echter niet eenvoudig. Je moet eerst het korte dagritme afbouwen. Je zet de Kerstster op een lichte en koele plek. Vervolgens knip je de plant voor de helft terug zodat zich nieuwe scheuten kunnen vormen. Om de plant opnieuw tot bloeien te brengen moet je in het najaar de ‘kortedagbehandeling’ herhalen. Zonder verduistering bloeit de plant pas in het voorjaar.
Foto’s van Pixabay
Alles over de kerstboom op wikipedia
Geef een reactie