In dit artikel over de Kaardebol met informatie over de standplaats, grondsoort, bodem, voeding, zaaien en planten en een stukje historie van deze bijzondere plant. De grote kaardebol komt oorspronkelijk uit Noord-Afrika, Voor-Azië en Europa, maar komt tegenwoordig overal in de gematigde streken voor. De plant is tweejarig en kan tot 200cm hoog worden. De vergrote bladvoet werkt als opvangbakje voor water.
Kenmerken van de Kaardebol
- Standplaats: zon of halfschaduw
- Grondsoort: Vochtige kleigrond, gewone tuingrond, normaal
- Bodem: Kalkrijk, vochtig
- Hoogte: 100 tot tot 200cm
- Kleur: lila
- Voeding en bemesting: normale grond, niet al te voedselrijk.
- Bloeiperiode: Juli / Augustus
Kaardebol, de grote en de wilde …
De Kaardebol is bekend om zijn fraaie bloeiwijze met grote stekelige bloemen die lila bloeien. De bollen kun je later drogen en in een vaas zetten. Ze zijn bijzonder decoratief.
De lila bloempjes zijn klein en staan bij elkaar op een hoge ineengedrongen tros. Een bloempje heeft vier meeldraden, één stamper en een onderstandig vruchtbeginsel met één zaadknop. De bloei begint vanuit het midden van de bloeiwijze en bloeit tegelijk naar boven en beneden. Hierdoor zijn twee bloeiende ringen te zien.
Bijen- en insectenvriendelijk:
De kaardebol produceert veel nectar en trekt daarom veel insecten zoals solitaire bijen en hommels.
Vindplaats:
De plant staat op vochtige en kalkhoudende, omgewerkte grond op dijkhellingen, in bermen en ruigten, bij voorbeeld in de uiterwaarden langs de grote rivieren.
Zaaien:
Zaaien kun je makkelijk zelf doen en het zaad is vindbaar op internet maar niet in het doorsnee zaadrek van de grote tuincentra. Zaaien doe je in juni-augustus op een zaaibed en in oktober-november uitplanten. Het is immers een tweejarige plant. Makkelijke is het om hem te kopen. Je komt hem nog wel eens tegen bij de kleinere tuincentra die nog wel eens planten hebben die van het standaard-aanbod afwijken.
Standplaats en plantvoorschriften:
Maak je niet te druk over deze makkelijke groeier. Alleen bij extreme omstandigheden doet hij het niet. Vooral erge droogte houd hij niet van. Maar bij mij staat hij tussen de stenen van de rotstuin in een potje van 10 bij 10 cm gewoon door te groeien.
Zet hem neer waar je hem wilt hebben op een zonnige of halfschaduw plaats. Beetje water geven en voor je het weet is hij hoger dan de schutting.
De bloemhoofdjes van de kaardebol werd in de Middeleeuwen gebruikt voor het ruwen van gevolde wollenlaken, hiertoe werden een aantal van deze kaardebollen in een kruisvormige houten houder bevestigd. Later zijn er zelfs speciale machines ontwikkeld voor het ruwen van weefsels met behulp van de kaardebol. De bloemhoofdjes werden daartoe op stalenpennen geregen. Een dergelijke machine staat nog opgesteld in het Nederlands Textielmuseum te Tilburg. Als wolkaarde is de weverskaarde nooit gebruikt. De stekels van deze zaadbol zijn daar niet sterk genoeg voor.
De weverskaarde werd vroeger in de Vaucluse (Zuid-Frankrijk) veel verbouwd en geëxporteerd naar onder meer Nederland, Rusland en Japan. Honderden hectaren waren in Zuid-Frankrijk in de 19e en 20e eeuw in productie. In 1862 was dat 2326 ha. Na 1968 was er nog één firma die de weverskaarde kon leveren maar dat bedrijf sloot in 1985.
De grote kaardebol of wilde kaardebol of Dipsacus fullonum (oude naam Dipsacus sylvestris), behoort tot de kaardebolfamilie (Dipsacaceae) of tot de kamperfoeliefamilie (Caprifoliaceae) De ondersoort D. f.subsp. sativus wordt ook wel weverskaarde genoemd.
Geef een reactie