In dit artikel over hulst (Ilex aquifolium) informatie over water geven, onderhoud, snoeien, standplaats, grondsoort en bloemen. Hulst is een groenblijvende heester met rode bloemen die mede vanwege zijn kleurstelling erg populair is rond de kerst. Het is een houtachtige, groenblijvende plant met fraaie rode, gele of zwarte bessen.

Volgens een oude Keltische traditie kleedt tijdens midwinter een jongeman zich met hulsttakken, terwijl een jonge vrouw hetzelfde doet met klimop (vrouwelijk tegenpool van de hulst). Hand in hand paraderen zij door de straten waarbij zij het oude jaar uitgeleide doen en het nieuwe jaar verwelkomen. Vandaar dat in veel kerstversiering is het thema van de hulst terug te vinden.
Hulst of Ilex aquifolium
Wat minder mensen weten is dat Hulst een ideale heggenplant is voor de vogels. Door de prikkels en het dichte takkenstelsel is huls een plant waar vogels veilig een nest kunnen bouwen. Ben u dus een eco-vriendelijke tuinier en zoekt u een goede plant voor een heg neem dan vooral hulst, de vogels zullen u dankbaar zijn en u heeft het gehele jaar door een groene heg. Hulst is verder bekend door zijn leerachtige, glanzend groene bladeren met puntige en stekelige randen. Vandaar dat hij in de volksmond ook wel scherpe hulst word genoemd. In de wintermaanden draagt een hulst een prachtige rode bessen
Standplaats:
Hulst doet het goed in halfschaduw, maar hoe meer licht, hoe intenser groen het loof. Hij staat het liefst in de volle zon of op een plekje in halfschaduw. Een plaats in de volle zon bevordert de kleuren van diverse hulstsoorten. Hij heeft dus een voorkeur voor een lichte standplaats, maar je kunt hem ook vinden als ondergroei in bossen, meestal in eiken-beukenbossen en als siergewas in tuinen, parken en houtwallen.
Grondsoort en plantvoorschriften:
Hulst groeit van oorsprong op vrij voedselarme en niet te droge zandgronden maar hij groeit het best op vochtige, voedselrijke, kalkarme grond. Gebruik bij het aanplanten verse tuingrond. Het is van belang dat de grond goed doorlatend is. Hij groeit doorgaans op elke grondsoort die niet te droog en waterdoorlatend is. Mocht je de ideale grondsoort willen creëren denk dan aan bosgrond. Zandig, lichtzuur en leemachtig.
De meeste hulstsoorten zijn langzame groeiers. Ga je hulst planten doe dit dan aan het einde van de winter of begin voorjaar. Hou er rekening mee dat een hulst zich lastig laat verplaatsen.
Voeding en mest
Soms gebeurt het dat hulst na het planten bladeren afgooit. Dat geeft niet, want er zullen gauw nieuwe verschijnen. Het is belangrijk dat u uw nieuwe hulstboompje tijdens de zomermaanden vochtig houdt en hem in het voorjaar van organische mest voorziet.
Hulst in pot of bak
Staat hulst in een pot of bak dan is het verstandig om bij een vorstperiode de plant te beschermen met bijvoorbeeld noppenfolie of een andere vorm van bescherming. Volwassen planten kunnen tegen vorst en sneeuw.
Onderhoud
Soms wordt er vormsnoei toegepast, maar eigenlijk is dat niet echt nodig. Als je toch wilt snoeien, kun je dat het beste na de bloei doen ( juli/augustus). Enige bescherming tegen de vorst is nooit weg, zeker niet bij solitaire soorten. Een gemengde laag van rijshout, turf en blad over de wortels helpt hem overwinteren. In periodes van droogte is extra water geven, zeker bij jonge planten, gewenst.
Snoeivoorschriften:
Het beste moment om te snoeien is aan het einde van de zomer en je kunt je planten zonder problemen een keer stevig terugsnoeien. Staat de plant alleen (solitair) dan kun je vormsnoei toepassen. Snoei je hem helemaal terug dan zal het een paar jaar duren voordat hij weer groot is. Pas daar dus mee op. Heb je hulst als heg dan kun je hem aan het einde van de zomer een beetje bijsnoeien.


Bloemen en bessen
Hulst bloeit in mei met kleine witte bloemetjes. Ze bevinden zich in de oksels van groeien in kleine bosjes aan de plant. Wilt u ook genieten van de mooie rode bessen dan moet u vrouwelijke planten hebben maar wel zorgen dat er een kerel in de buurt is. Anders kunt u de bessen vergeten want de planten moeten wel bevrucht worden voordat ze bessen krijgen.
Gelukkig hebben de onvolprezen Nederlandse kwekers zelf bestuivende soorten gekweekt. Voorbeelden hiervan zijn Ilex aquifolium ‘J.C. van Tol’, ‘Pyramidalis’ en ‘Alaska’. Maar ook deze varianten zullen meer bessen dragen als er een vent in de buurt is. De bessen zijn aanvankelijk groen maar kleuren in het najaar prachtig rood
Bonte en groene varianten:
Het blad van de Hulst kan helemaal groen zijn of bont. Dan zitten er witte randen aan het blad. Ook kan het blad een geelachtige hart hebben. Er zijn ongeveer 30 variëteiten. Ilex Crenata of Chinese Hulst heeft een kleiner blad en wordt ook minder groot. Hij blijft een struik en lijkt een beetje op de buxus. Hij draagt zwarte bessen. De soort Bacciflava heeft gele bessen. Ilex x altaclerensis groeit snel en draagt veel bessen net al de polycarpa. Voor de kleine tuin is een klein blijvende plant zonder dorens aan te bevelen, b.v. Ilex aquifolium ‘Scotica’.
Ilex glabra (winterbes of inktbes) is een Noord-Amerikaanse soort met vrijwel gave bladeren en zwarte vruchten.
Voorbeelden van de bonte variëteit zijn Nothern Lights’, Madame Briot, Argentea Marginata, Aurea, Silver Queen, altaclerensis Lawsoniana, Convexa, Fastigiata en Golden Gem en van Tol. Van Tol is trouwens een boom. Gelden Gem is bij uitstek geschikt voor potten.
Voorbeelden van de groene variant zijn aquifolium ‘Bacciflava’, aquifolium ‘Pyramidalis’ (8 tot 10 meter hoog), Aquifoluim Bleu maid (blauwachtige soort).
Hou er rekening mee dat sommige soorten tot 10 meter hoog kunnen worden.
Geef een reactie