In dit artikel over de herfstanemoon informatie over de grondsoort, bodem, standplaats, bemesting en onderhoud van de herfstanemoon of Anemone hybride. Deze prachtige herfstbloeier heeft wel een schaduwkant. Als hij gaat bloeien is het einde van de zomer nabij. Het einde van het bloeiseizoen word ingeluid door de overvloedige bloei van de herfstaster.
Kenmerken van de Herfstanemoon :
Grondsoort: goede tuingrond, waterdoorlatend, niet te nat
Bodem: leemachtige grond, voedselrijk
Standplaats: zon / halfschaduw
Bloeiperiode: Augustus tot november (afhankelijk van de soort)
Hoogte: 80 tot 120 cm
Vaste plant
Winterhard: ja
Bemesting: extra kalk, compost, tuinmest, vloeibare bloeimest
Grondsoort en plantinformatie:
De Herfstanemoon groeit het best in een leemachtige of zandachtige goed doorlaatbare grond voorzien van rijke mest onder de plant. Bij het planten doet u dan onder in het plantgat doorlaatbare (humusrijke) tuin of potgrond met een deel compost.
Over de grondsoort vind ik toch wat tegenstrijdige geluiden. Meestal lees je leemachtig of zandachtig in combinatie met voedselrijk, een vreemde combinatie. Bij mij in de tuin staan de anemonen in een hoekje van de tuin dat is volgestort met bemeste tuinaarde en dat veel en vaak compost krijgt.
De grond is zeer goed doorlaatbaar, humusrijk en voedselrijk. De plant is enorm en bloeit overdadig. Ik adviseer derhalve op leem- of zandachtige grond flink tuingrond en compost bij te voegen om een voedselrijke en goed doorlaatbare bodem te krijgen.
De herfstanemoon heeft een flinke wortelstok die enige ruimte nodig heeft. Maak dus een plantgat dat diep genoeg is om de wortel de juiste ruimte te geven. Leg hem niet helemaal gedraaid in de grond maar laat de wortelstok recht naar beneden steken, gooi er losse grond op en spoel het in met veel water.
Bemesting:
1x per jaar wat extra kalk instrooien en de planten meenemen in de reguliere rondes met tuinmest, bloeimest en compost. Als ik zeg regulier dan bedoel ik vooral het mesten in het najaar en voorjaar. De mest in het najaar heeft de gehele winter om diep in de grond door te dringen.
De mest in het voorjaar zorgt er voor dat de plant ook nog voeding heeft als de voedingsstoffen na de groei beginnen uit te putten. Dit is ook de tijd om met vloeibare bloeimest de bloeiende planten bij te voeren. Houd u dan wel aan de voorgeschreven hoeveelheden.
Onderhoud:
Naast de reguliere bemesting kunt u, zodra de planten gaan bloeien, een deel van het omringende blad wegknippen. Dit doet u zeker na de winter. In het voorjaar knipt u al het oude blad en takken weg zodat de pol de ruimte krijgt om nieuwe loten te vormen.
Verwijder direct oude bloemen om de bloeiperiode te verlengen. Sommige soorten hebben decoratieve zaaddoosje maar ik zie ze liever zo lang mogelijk bloeien. Dit jaar (2013) begonnen ze al half augustus volop te bloeien.
Vermeerderen:
Deze groep cultivars en hun familieleden maken al snel flinke pollen en dijen uit als geen ander. De Planten kunnen zeer eenvoudig worden vermeerdert door de pollen te scheuren of er worteldelen af te steken en op te kweken. Dit scheuren dient in het voorjaar te gebeuren. De plant zal dan in het najaar weer gaan bloeien.
Sommige zeggen dat je de herfstanemoon met rust moet laten maar die doet het alleen maar beter als je er af en toe een stukje afhaalt. Het is een uitstekende groeier die een enorme bos bloemen kan voortbrengen.
Algemene informatie:
Er zijn zoveel soorten anemonen dat deze beschrijving louter voor de beschreven soorten en hun medecultivars geld. Een mooi voorbeeld is de ook op deze site beschreven Oosterse Anemoon of Anemona Apenina die een totaal andere bloem heeft, veel vroeger in het jaar bloeit en veel kleiner is.
De groep waar ik het hier over heb word ook wel Anemona Hybrida genoemd of in zijn algemeenheid “ herfstanemonen ”. De beschreven Anemonen zijn cultivars of Hybrides, te herkennen aan de naam anemone x. Bovengenoemde soorten zijn hebben overeenkomstige kenmerken zoals hierboven genoemd.
De Anemoon is een overblijvende plant uit de ranonkelfamilie of Ranunculaceae. Ze komen van oorsprong voor in noordelijke gematigde gebieden. Er zijn ongeveer 120 soorten. Anemonen hebben een ondergrondse wortelstok en de lange bloemsteel draagt één of meerdere witte, rode, blauwe, paarse en soms gele bloemen.
Taxonomische indeling:
Rijk: Plantae (Planten)
Stam: Embryophyta (Landplanten)
Klasse: Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade: Bedektzadigen
Clade: ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen
Orde: Ranunculales
Familie: Ranunculaceae (Ranonkelfamilie)
Geslacht: Anemone hybrida
Geef een reactie