Artikel over de Gladiool met info over grondsoort, standplaats, bodem, onderhoud, bemesting, en planten van de Gladiool of Zwaardlelie. Deze plant heeft een slechte naam en komt maar in weinig tuinen voor. Maar als je felle kleuren of kleuraccenten in je tuin wil hebben is de Gladiool of zwaardlelie de aangewezen beplanting. En hoe trots kun je zijn als je bij de vierdaagse van Nijmegen je eigen Gladiolen kunt uitdelen op de Via Gladiola.
Kenmerken van de Gladiool:
Standplaats: volle zon en beschutte plek
Grondsoort: kalkhoudende, voedzame, humusrijk
Bodem: doorlaatbare en niet te droge tuingrond.
Kleur: alle kleuren van de regenboog.
Bloeiperiode: Juli – september
Hoogte: 50-100 cm
Plantdiepte: 10 cm
Plantafstand: 12 cm
Plantperiode: voorjaar, de vorst moet helemaal uit de lucht zijn tot ongeveer juni.
Meerjarig knolgewas
Algemene informatie;
Gladiolus is een geslacht van vaste planten uit de lissenfamilie. De botanische naam is afgeleid van het Latijn en is een verkleinwoord van gladius, dat zwaard betekent. Het geslacht komt van nature voor in Zuid-Europa, Azië, West-Afrika en Zuid-Afrika. Het centrum van de diversiteit bevindt zich in de Kaapflora in zuidelijk Afrika. Het geslacht bevat ongeveer 260 soorten, waarvan 250 voorkomen in Sub-Saharisch Afrika, met name in Zuid-Afrika. Ongeveer tien soorten komen voor in Eurazië. Zo’n 160 soorten zijn endemisch in het zuiden van Afrika en 76 soorten komen voor in tropisch Afrika. De soorten zijn veel gekruist en hebben een breed scala aan kleurrijke bloemen opgeleverd. Ze worden veel toegepast als snijbloem.

Planten en onderhoud:
Grotere bollen plant je dieper dan de kleine. De grotere bollen geven langere planten die steun behoeven. Door ze dieper te planten staan ze steviger. Schroom niet om ze echt veel dieper te planten dan gewone bollen. Reken zeker op 20 tot 25 cm of tot 6x de hoogte van de bol.
Sommige soorten zullen een paar keer terug komen als je ze laat staan. Je moet ze dan wel tegen al te strenge vorst beschermen.
Over het algemeen word geadviseerd de bollen in oktober te rooien. Je snijd ze dan af tot 10 a 15 cm boven de grond en graaf ze voorzichtig op. Laten drogen op een luchtige en warme plek. De oude knol dan drogen en luchtig, droog en vorstvrij (5° tot 10°C) laten overwinteren in droge turf.
Gladiolen vereisen weinig onderhoud. Jaarlijks op een andere plek zetten maar geen mest geven. Wel kun je op de plek waar je volgend jaar gladiolen wilt hebben al dit jaar gaan mesten.
Niet onbelangrijk:
Gladiolen komen niet altijd terug. Ik had zelf gele en rode gladiolen die nog een paar jaar hier en daar zijn terug gekomen. Daarnaast had ik nogal wat stengels zonder bloemen en die stonden me nogal in de weg moet ik eerlijke zeggen. De meeste heb ik in de loop van de tijd uit de grond getrokken.
Ik koop ze nu gewoon jaarlijks opnieuw maar ik probeer ze wel te drogen en over te houden. Die zet ik dan in een pot of ergens tussen andere planten en struiken.
Wil ik echter mooie, kleurrijke en sierlijke gladiolen in de tuin dan koop ik ze opnieuw. Van de oude exemplaren is het allerminst zeker dat ze opnieuw gaan bloeien en daar gaat het tenslotte om.
Taxonomische indeling:
Rijk: Plantae (Planten)
Stam: Embryophyta (Landplanten)
Klasse: Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade: Bedektzadigen
Clade: Eenzaadlobbigen
Orde: Asparagales
Familie: Iridaceae (Lissenfamilie)
Geslacht: Gladiolus
Nederlands: Gladiool of zwaardlelie
Foto’s:
Geef een reactie