In dit artikel over Geum of nagelkruid informatie over de grondsoort, bodem, standplaats, onderhoud en bemesting van Geum. Volgens de Hortus Arcadie in Nijmegen (bezoekje waard trouwens) houd de naam verband met de kruidnagelachtige geur van de wortelstok.
Bij het scheuren van de kluit dus even snuffelen. Vandaar ook dat niet alle soorten de haakjes aan het zaad heeft. Die gebruiken gewoon de wind om hun zaden te verspreiden. Geel of knikkend nagelkruid is het meest voorkomend in Nederland. Het groeit eigenlijk overal wel. Je ziet het minder snel omdat de bloemetjes naar beneden kijken. De zaden zijn mooi harig en mischien nog wel mooier dan het bloemetje zelf.
Geum of Nagelkruid
Kenmerken
Standplaats: zonnig tot halfschaduw cq licht beschaduwde plaatsen
Grondsoort: goede, voedzame tuingrond, niet te nat en doorlaatbaar.
Bodem: vochtige tot matig droge, voedselrijke, kalkhoudende grond.
Bodem: onder andere mergel, löss, lichte klei, leem, zand, zavel
Vocht: niet nat maar wel voldoende vochtig
winterhard: ja
Bloeitijd: Mei, juni, juli, augustus, september.
Vaste plant
Borderplant
Engels: Wood Avens, Clove Root, Goldy Star, Wild Rye
Frans: Benoîte commune
Duits: Echte Nelkenwurz
Algemene informatie:
Geum (vroeger Sieversia) is een plantengeschlacht dat inheems is in Europa, Azië, nieuw Zeeland en Noord- en Zuid Amerika. De inheemse variant een geel klein bloemetje. De cultivars zijn oranje en rood en wit.
De knikkende geum is een bijzonder plantje met bloemen die naar beneden hangen. Nagelkruid zou zijn naam te daken hebben aan het feit dat verschillende soorten een soort nagelachtige haakjes aan de vruchten heeft zitten waardoor ze zich in de vacht van dieren (en aan de kleding van mensen) kunnen verspreiden.
Dit is echter niet waar.

Grondsoort en bodem:
Geum doet het goed op enigszins neutrale grond. Niet te warm zetten, halfschaduw is ideaal. Hij houd niet van natte voeten dus de bodem moet wel goed doorlaatbaar zijn.
Het is een prima borderplant en ook in potten en bakken doet hij het goed. Dit is een plant die afkomstig uit zuidelijke streken en de orient . Zet hem dus niet op vette klei maar meng zand en leem door de bodem.
Niet al te voedzaam dus ook niet bij gaan mesten met agressieve kunstmestkorrels. Gewoon aan het einde van het jaar wat compost rond de planten en dat is het wel.
Onderhoud:
Planten elke 3 tot 4 jaar uitnemen en scheuren. De plant vormt wortelstokken dus voorzichtig uitgraven om de wortels niet te beschadigen. Geum planten in een ruim gat met verse aarde en compost.
Hou de grond romdom de plant los en doorlaatbaar. Bij droogte sproeien en de oude bloemen zoveel mogelijk verwijderen. Geum kan dan flink doorbloeien.
Zaaien:
Zaaien doe je te plekke zodra het een beetje warmer begint te worden. In principe niet voor mei. Verder kun je voorzaaien in een kas of kweekbak maar het moet echt niet te koud zijn, daar houd Geum niet van. Het zaad heeft rond de 30 dagen nodig om te kiemen.
Vermeerderen:
Geum zaait zichzelf goed uit dus u zult het bij geschikte biotoop in de tuin gewoon het volgend jaar weer tegenkomen. Verder is het aan te bevelen de plantjes elke 3 of 4 jaar uit te nemen en te scheuren om ze gezond te houden.
Bemesting:
Omdat Geum een plant is die van redelijk vruchtbare grond houd kun je hem meenemen in de jaarlijkse compost- en tuinmestronde.
Familie: Rosaceae (Rozenfamilie)
Geslacht Geum
Soort Geum urbanum
Geef een reactie