In dit artikel over de Ganzebloem of Chrystanthenum Carinatum informatie over de grondsoort, bodem, standplaats, onderhoud en bemesting van dit magrietachtige bloemetje dat in vele kleuren de border opfleurt. Ook zaaivoorschriften want dit plantje kun je makkelijk zelf zaaien en in clusters in potten of bakken zetten.
Kenmerken van de Ganzebloem
Grondsoort: Zandig, leem en klei-achtig.
Grondsoort: alle tuingrond, los, ph neutraal tot zuur
Bodem: waterdoorlatend, PH geen voorkeur
Houd van losse grond verrijkt met compost en turf/humus
Plantafstand: 35 cm
Standplaats: zonnig, halfschaduw
Standplaats: gecultiveerde grond
Hoogte: 70 cm
Bloeitijd: juli-september
Algemene informatie:
Een fleurige mengsel margrietachtige bloemen in de kleuren geel, oranje en rood. Door de jonge plant te toppen, krijgt men een bossige groei. De bloei kan door plukken verlengd. Het is een makkelijke bloem die in de wilde tuin niet mag ontbreken. Tevens is de Ganzebloem een uitstekende snijbloem omdat de plant het beter doet als je hem kort houd.
Zaaien:
Deze fleurige eenjarige Ganzebloem of chrysant is dankbaar zaaigoed
Zaaien onder glas: maart-april
Zaaien in vollegrond: april-mei
Kiemen: 10 – 16 dagen
Kiemtemperatuur: 16 – 22°C
Zaaidiepte: oppervlakkig
Je kunt voorzaaien in trays of bakken met goede zaai- en stekgrond. Dun zaaien en voorzichtig aandrukken. Het de grond goed vochtig en dek af met een deksel of raam om ze te beschermen tegen vorst. Verwijder het deksel als de zaailingen opkomen of als de vorst helemaal uit de lucht is.
Je kunt de zaailingen verpotten als ze groot genoeg zijn stevig. Zet ze half mei als er geen vorst meer is in de volle grond op een zonnige plek met waterdoorlatende bodem.
Ganzebloem Zaaien op een zaaibed:
Het zaaibedje moet beschut en in halfschaduw liggen. Bewerk de grond door hem om te spitten en los te maken. Werk er wat humus/turf door en eventueel wat beendermeel.
Zorg voor een losse structuur die afwatering bevordert.
Strooi de zaden zo gelijk mogelijk uit, dun en oppervlakkig en druk ze licht aan.
Houdt het zaaisel de eerste dagen vochtig. Laat de grond beslist niet uitdrogen.
Houdt het zaaibed onkruidvrij.
Na opkomst plant je de plantjes uit op hun uiteindelijke plaats van bestemming.
Uitplanten:
Uitplanten met een onderlinge afstand van 40 x 30 cm.
2 rijen van 40 cm van elkaar en een afstand tussen 2 plantjes van 30 cm.
Afhankelijk van de grootte van de plantjes zet ik ze zelf altijd in clustertjes van 3 plantjes met een onderlinge afstand van zo’n 15cm.
Ter plaatse zaaien:
In de vollegrond kan er vanaf maart worden gezaaid. Zorg voor een zonnige, enigszins beschutte plaats met goed waterdoorlatende grond. Zaai dun en druk de zaden voorzichtig aan. Houd goed vochtig en onkruidvrij. Dun de zaailingen, zodra zij groot genoeg zijn om te hanteren, uit op 25 – 35 cm.
Onderhoud:
Door tijdig de top uit de hoofdstengel weg te nemen, zullen de planten zich sterker vertakken. Heeft maar weinig verzorging en is daardoor zeer geschikt voor het invullen van “vergeten hoeken” en de wilde tuin. Omdat het een uitstekende snijbloem is kun je hem vaak afknippen waardoor hij lang doorbloeit. Doe je dit niet verwijder dan wel de oude bloemen en snij ze dicht bij de steel af. Dus niet alleen het oude bloempje er af knippen maar de gehele bloemsteel.
Bemesting:
Bemesten doe je feitelijk vooraf. Zorg voor goede losse humusrijke grond verrijkt met compost of standaard tuinmestkorrels. Zaai nooit in grond met teveel compost.
Weet je al waar je volgend jaar wil gaan zaaien of heb je borders waar je vaak dit soort planten neerzet verrijk de grond dan in het najaar met compost en schep aan het einde van de winter de grond lekker om met nog wat extra compost. Maar nooit teveel want als er teveel compost in de grond zit kunnen de wortels van verse planten verbranden.
Geef een reactie