In dit artikel over de witte en paarse dovenetel informatie over de grondsoort, bodem, standplaats, verspreiding, oorsprong en onderhoud van de dovenetel. De paarse dovenetel heet ook wel gevlekte dovenetel vanwege de rood gevlekte bloemen. Beide soorten hebben gezaagd blad dat lijkt op de brandnetel. Maar hij niet voor niets dove-netel. De bladeren branden niet, ze zijn “doof”. Verder heeft de dove netel een stevige vierkante stengel.
Witte Dovenetel
Kenmerken Witte variant, Lamium Album:
Standplaats: Zonnig, lichte schaduw
Standplaats: Bosranden, bermen, graslanden
Grondsoort: Allerlei grondsoorten
Bodem: vochtige, voedselrijke tot zeer voedselrijke, vaak omgewerkte grond (allerlei grondsoorten)
Bloeitijd: van april tot september
Hoogte: 20 tot 60cm
Paarse of gevlekte Dovenetel
Kenmerken Paarse/Rode Variant, Lamium Maculatum
Standplaats: half tot licht beschaduwde plaatsen
Standplaats: Bossen, (loofbos), bosranden, heggen, struiken, waterkanten, plantsoenen, parken, bermen
Bodem: vochtige, voedselrijke, humeuze, vaak kalkhoudende grond
Bodem: slibrijk zand, löss, leem en zandige rivierklei
Bloeitijd: van april tot november
Hoogte: 20 tot 60cm
Hoewel de dovenetel in principe een wilde plant is misstaat hij niet in een cottagegarden en al helemaal niet in een wilde tuin. Hij bloeit mooi en overdadig. Vooral de paarse of gevlekte variant kan voor een bijzonder mooi paars veld met bloemen zorgen.
De dove netel houd in principe altijd van groeiplekken met een overdadige hoeveelheid voedsel. Hij doet het bijvoorbeeld erg goed op overbemeste graslanden.
De blaadjes van alle dovenetels zijn eetbaar. Pluk jonge blaadjes en meng ze onder de sla. De bloemen versieren je rode bieten schotel op een sublieme manier. Zeker als je er nog wat fijngesnipperde roomse kervel over strooit. Een komkommerschotel versierd met paarse dovenetel is het einde.
De grootbloemige dovenetel is een bodembedekker die zijn kansen grijpt. Alle soorten kunnen behoorlijk woekeren. Het zijn planten met opvallend vierkante stengels en tegenoverstaande getande bladeren. In ons land vooral bekend van de wilde witte dovenetel (Lamium album). Bent u geprikt door een brandnetel, wrijf er dan met blad van de dovenetel over en het sap haalt de prikkeling weg. Vandaar de naam dovenetel. De planten hebben veel mooie lipbloemen die bloeien tussen mei-augustus. Afhankelijk van de soort is de hoogte tussen 25 en 60 centimeter.
Lamium maculatum is een goede wintergroene bodembedekker voor kleine oppervlaktes in de halve schaduw. Bladeren zijn eirond, sterk getand en witgevlekt, het blad wordt ook groener naarmate ze donkerder staan. De bloemen zijn tweelobbig, met helmvormige bovenlip. De soort zelf bloeit paarsrood alhoewel er in het wild soms witte en roze te zien zijn. Ze groeien in elke grondsoort mits niet te droog, liefst op een beschaduwde plaats, verdragen wel minder goed een te vochtige volle schaduw. Ze hebben een lichte neiging tot woekeren. worden ze te slordig kan men de plant gewoon maaien. De plant zal dan weer nieuw blad aanmaken.
Er bestaan verschillende cultivars van de Lamium maculatum:
‘Beacon Silver’ donkerlila, wit blad met groen rand
‘Gold Nuggets’ roze, geel blad
‘Red Nancy’ rozerood, groen en zilver blad
‘Roseum’ roze, wit blad met groene rand
‘Shell Pink’ lichtroze, groen blad met witte streep in het midden
‘Sterling Silver’ purper, zilver blad
‘White Nancy’ wit, zilvergroen blad
Gebruik nooit gif in uw tuin. Neem biologische bestrijdingsmiddelen van Ecostyle of andere ecologische merken. Gebruik nooit spullen van Bayer of HG. Dit is allemaal vergif en dat is één van de oorzaken van de terugloop van het aantal insecten.
Geef een reactie