In dit artikel over coniferen informatie over planten, grondsoort, bodem, onderhoud, snoeien en bemesting en voeding van coniferen. De conifeer is een onderschatte boom aangezien iedereen ze klein koopt en denkt dat ze klein blijven. Maar niets is minder waar. Binnen 10 jaar groeit de gemiddelde conifeer meters boven de schutting uit.
Conifeer is een verzamelnaam voor een tal groenblijvende planten. Zij dragen naalden of schubben. Naalden vallen om de paar jaar uit. Schubben worden oud en verdrogen.
In de volksmond is de conifeer veelal een boom uit de geslachten Chamaecyparis en Cupressus (zie ook: cipres), Thuja (levensboom) en Juniperus (jeneverbes). Nadrukkelijk niet de de leden van de familie Pinaceae zoals Pinus (den) en Picea (spar).
Coniferen
Kenmerken
Grondsoort: Leemhoudend, lichte klei, licht zuur, verreikt met turf
Bodem: waterdoorlatend, matig voedselrijk, los, licht zandig
Standplaats: licht of halfschaduw. Afhankelijk van de soort. Zonnig mag.
Vocht en water: Nooit nat, matig vochtig
Licht en zon: voorkeur voor een lichte plek, zonnig mag.
Hoogte en breedte: sterk afhankelijk van de soort.
De naam Conifeer betekent “kegeldrager”. Ze heten zo omdat de zaaddragende structuren in een kegelvrucht (of strobilus, dennenappel) georganiseerd zijn. Er zijn nooit echte vruchten, al kunnen er wel structuren zijn die fruitachtig overkomen, zoals bij de jeneverbes en bij Taxus. De bestuiving vindt altijd door de wind plaats.
Standplaats:
De meeste coniferen houden van een lichte plek, maar vooral Thuja en Taxus kun je op een schaduwrijke plek zetten. Coniferen gedijen ook goed in de volle zon. Zet ze echter niet onder andere bomen want ze kunnen niet tegen langdurig druppelend water.

Bodem en grondsoort
Coniferen zijn niet al te kieskeurig wat de grond betreft. Alle coniferen groeien uitstekend op normale tuingrond maar hebben een voorkeur voor een lichtzure lichte grond of zandige leemhoudende bodem. Coniferen houden niet van wateroverlast, zeker niet in de winterperiode. Natte gronden moeten worden gedraineerd.
Hoewel ze vaak gekweekt worden in een veenachtige ondergrond is het niet raadzaam om ze daar in te laten staan. Creëer een bosachtige ondergrond met een bodem van matig voedselrijke grond, humusrijk en waterdoorlatend.
Bemesting en voeding:
Coniferen hebben weinig voedsel nodig, daarom kan met een basisbemesting van normale organische meststoffen worden volstaan. Bij voorkeur organische meststof in de vorm van compost, eventueel verrijkt met beendermeel of gedroogde koemest. Maar pas op met teveel voedsel en mest. Ze hebben weinig nodig en feitelijk hoef je niet bij te mesten tenzij je haag of boom minder fraai word.
Plantvoorschriften:
coniferen kun je het gehele jaar planten als er maag geen vorst in de grond zit. Grond los maken, netje van de kluit af, touwtje trekken en de coniferen netjes op een rijtje zetten. De plantafstand is in principe om de 50cm of 3 stuks per strekkende meter. Maar bij grotere varianten is dit afhankelijk van de soort.
Dus als je coniferen plant meng je de grond met een beetje tuinturf voor de juiste zuurgraad, geef je voldoende water, met name in de 2 maanden na het aanplanten, zorg je dat de grond los en goed waterdoorlatend is en hou je de juiste plantafstand aan om een mooie dichte haag te krijgen.
Welke conifeer moet ik hebben.
Er zijn vele soorten coniferen dus pas op om zomaar een paar boompjes te kopen. Er zijn grote en kleine, snel groeiende en langzaam groeiende soorten. Koopt u dus in een goedkoop tuincentrum een boompje dan kan het een snelgroeiende variant zijn, dat is goedkoop kweken. Dan bestaat de kans dat u binnen de kortste keren een dijk van een heg heeft en opnieuw moet beginnen. Wilt u dus een heg maken en veel boompjes kopen en dus veel geld uitgeven, ga dan naar de betere kweker of tuincentrum zodat u weet wat u koopt.
Wil je een solitaire conifeer hebben kies er dan eentje die mooie naalden en takken heeft. Er zijn bijzonder fraaie en esthetische varianten die een sieraad in je tuin zijn.
2 belangrijke soorten:
Taxus:
De taxus of venijnboom is een bekende boom in west Europa. Hij is uitermate buigzaam en sterk. Taxus is een zeer langzaam groeiende plant. Een plant kweken van ca. 80 cm. hoog duurt zo’n 7 jaar. Daarmee laat het zich verklaren dat de Taxus één van de duurdere coniferen is. De Taxus houdt van een goede doorlatende bodem en kant slecht tegen natte voeten. Taxus is een kalkminnende variant. De Taxus kan je snoeien in september.
Bekende soorten:
Taxus baccata
Taxus media ‘Hicksii’ (heggeplant)
Taxus baccata ‘Fastigiatia (Robusta) (fraaie vorm)
Taxus bacc. ‘Schwarzgrün’ (Mooie donkergroene cultivar)
Thuja:
De Thuja is een conifeer die veel wordt aangeplant als heg. Hij houd van licht zure grond. (Ph 5.0)De dichtheid van de Thuja, wordt verkregen door nauwkeurig snoeien, liefst met een scherp mes. Dit noem je sproren. Dit sporen doe je in de regel in april. September is ook een goed tijdstip. Een Thuja verdraagt wat meer vocht dan andere soorten. Toch is ook bij deze plant een goed doorlatende plantplaats van veel belang. Op zeer vaste grond is de kans dat schimmels toeslaan, vrij groot.
Soorten:
Thuja occidentalis ‘Albo Spicata’ (goed voor kleigrond)
Thuja occ. ‘Frieslandia’, goede hegconifeer.
Thuja occ. ‘Brabant’.
Thuja occ. ‘Smaragd’ (solitaire vorm met prachtige groene kleur en vorm
Thuja occ. ‘Globosum’, (een mooie ronde variant)
Cypres of Cipres
Ook de Cipresfamilie behoort tot de Coniferen. Letterlijk: de cipresfamilie is een familie van coniferen. Verder verwijs ik naar specifieke informatie over Cypressen of Cipressen want dat is een compleet verhaal apart.
Info over de taxus en Thuja van Kwekerij Ferskaat in Friesland. Daar kun je nog meer informatie vinden over andere cultivars.
Overige informatie van Wikipedia, tuinplanten.nl, coniferen.nl en de Tuinen van Appeltern
Geef een reactie