In dit artikel over de Camellia of Camelia (nederlands) vooral informatie over de grondsoort, bodem, standplaats, onderhoud, snoeien en voeding en bemesting van de Camelia of camellia. Meest bekende soort is de Camellia Japonica, een fraai bloeiende struik of heester met mooie dichte bloemen die lijken op de roos maar vooral ook de pioenroos. Thee wordt gemaakt van de bladeren van de theeplant (Camellia sinensis). Veel andere soorten worden gekweekt als sierplant. Er worden ongeveer 3000 cultivars en hybriden gekweekt, vaak met dubbele bloemen zoals Camellia japonica. Ze worden vooral in Japan zeer gewaardeerd vanwege hun vroege bloei. Vaak behoren ze tot de eerste bloemen die in de late winter opengaan.
Camellia of Camelia
Kenmerken
Grondsoort: humusrijke en goed doorlatende grond
Bodem: Licht zuur en voedselrijk tot matig voedselrijk
Standplaats: zon, halfschaduw
Hoogte: 1 tot 6 meter, 2 tot 3 meter breed
Bloeiperiode: maart / april
Water en vocht: deze struiken kunnen slecht tegen droogte
Winterhardheid: de plant is winterhard maar late vorst kan de bloem beschadigen.
Grondsoort en bodem
Een camelia houd van licht zure grond. De bodem grond moet veel humus bevatten en goed water doorlatend zijn. Op een bodem waar de afwatering slecht is kan de plant last krijgen van schimmel die het einde van de plant betekent. De bodem moet echter ook voldoende water kunnen vasthouden, vandaar de wens voor humusrijke grond. Besproei een camelia zo mogelijk met regenwater.
Standplaats:
Camellia is een struik voor een licht zonnige tot half beschaduwde standplaats. Beschutting is voor alle soorten camelia’s aan te raden. Deze struiken kunnen slecht tegen koude en sterke wind. Camelia verdraagt geen plek tegen een muur op het zuiden want de knoppen moeten koel blijven om zich te openen. Een plaatsje in de halfschaduw heeft duidelijk de voorkeur. Zoek in ieder geval een standplaats waar geen vroege ochtendzon komt. Als de knoppen te snel opwarmen na een nachtvorst kunnen ze afvallen.
Onderhoud:
Af en toe vormsnoei toepassen en kruisende en diagonale takken verwijderen. Als de plant te groot word voor de plek waar hij staat is drastisch terugsnoeien een optie. Dan bloeit hij waarschijnlijk een jaar of 2 niet. Verder jaarlijks lekker compost onder de plant of tuinmest voor zuurminnende planten. Dek de camelia in de winter tijdens aanhoudende of strenge vorst af met ademend materiaal. Wanneer de plant toch vorstschade oploopt zal de camelia haar bladeren verliezen. Deze komen gelukkig vanzelf weer terug in de loop van het jaar, zeker wanneer je de plant naar een beschutte plek verhuist.
Bemesting:
Deze plant dient regelmatig (jaarlijks) te worden bemest met organische meststoffen en kaliumrijke meststof. Strooi deze laatste halverwege de zomer en geef daarna ruim water op en onder de plant. In het algemeen heeft compost voor zure grond de voorkeur. Gewoon een laag van ongeveer 5 cm rondom de plant strooien en klaar ben je. Ook in de herfst los blad onder de struik vegen en laten composteren. Dat is alleen maar goed voor deze prachtige struik. Ergens las ik ook dat het effectief kan zijn om een paar roestige spijkers rond de plant in te graven. De struik is een liefhebber van ijzeroplossingen.
Snoeien
Een camelia mag alleen na de bloei (voorjaar) in model worden geknipt. Camellia kun je dan licht terugsnoeien, alleen een beetje vormsnoei dus. Knip ook diagonale of kruisende takken af. Ze verstoren de vorm van de plant en kunnen voor het dichtgroeien van de kern van de plant zorgen. Camellia williams kun je in het voorjaar, direct na de bloei, licht terug/vormsnoeien. Camellia williams soorten en de Japonica soorten kunnen flink groot worden.
Drastisch snoeien is dan een oplossing. Dit kun je het beste net na de bloei van struik doen, dus aan het einde van de lente of aan het begin van de zomer. Snoei de hele struik tot 50 cm boven de grond af. Geef hem vervolgens flink wat compost voor en extra water. Dat bevordert het herstel van de plant. Na een drastische snoei zal de camelia in het eerste jaar weinig of geen bloemen produceren.
In grote potten, kuipen of bakken
De soorten die niet helemaal winterhard zijn kun je in een pot, kuip of grote bak plaatsen. Die moet je dan wel bij vorst binnen zetten op een koele en lichte plaats zoals een schuur of koude kas. Periodiek verpotten is niet echt nodig. Wel je kun je jaarlijks de grond verversen met humus. In de herfst geef je de plant een keer per week water en in de winter nog maar een keer per maand. In de lente voer je het dan weer langzaam op.
Soorten:
Camellia japonica: meest voorkomende hybride
Camellia oleifera: winterhard met kleine witte geurende bloemen.
Camellia sasanqua: wit, niet helemaal winterhard
Camellia reticulata: rozerood
Camellia sinensis: theestruik, witte bloemen.
Geef een reactie