In dit artikel over de akelei informatie over de grondsoort, standplaats, bodem, onderhoud en voeding en bemesting voor de Akelei. De Akelei is een vroege bloeier die rond April de lente definitief de tuin in brengt. Met zijn prachtig gevormde bloemen en sprekende kleuren is het een graag gezien gast in mijn tuin die gelukkig vanzelf terugkomt. Hij vereist weinig onderhoud en vormt fraaie pollen. Ik noem dat een bosje bloemen in de tuin.
De Akelei of Aquilegia vulgaris is een veelgebruikte plant in de Engelse cottagegarden. In Nederland is hij niet geweldig populair wat vreemd is want het is een goeie klant voor de onderoudsarme tuin. Deze planten zijn vooral bekend vanwege het feit dat ze zichzelf uitzaaien en op steeds weer andere plaatsen terugkomen.
Kenmerken van de Akelei
Grondsoort: Zandige humusrijke kalkrijke grond.
Grondsoort: houd niet van zware kleigrond
Standplaats: Zonnig of halfschaduw
Bodem: matig voedselrijk, vochtig, kalkrijk, waterdoorlatend
Zon en licht: Zon of halfschaduw.
Vocht: Vochtig maar niet nat
Kleur: van oorsprong donkerblauw, maar ook geel, paars, roze, rood en lila
Hoogte: 40 tot 80 centimeter
De oorspronkelijke wilde vorm van de plant is donkerblauw. In Nederland en België is deze plant inheems, maar ze is er uiterst zeldzaam (alleen nog in de Ardennen). ‘Wilde’ akeleien in de Vlaamse en Nederlandse natuur zijn bijna met zekerheid verwilderde tuinplanten.
Grondsoort:
Akelei vereist niet te veel van de bodem. Gewone tuingrond, zandige tuingrond, humusrijk en PH neutraal zin de toverwoorden. Vette klei is een contra indicatie, daar doen ze het echt niet op. Omdat ze ook niet van al te natte omstandigheden houden is een licht zandige, humusrijke bodem het beste.
Informatie van Wilde planten.nl. Deze website geeft informatie over de wilde varianten en oorspronkelijke soorten, vooral in Nederland en Belgie. Wild komt akelei bijna niet meer voor maar de verwilderde varianten duiken overal op.
Bodem: Half beschaduwde plaatsen op vrij voedselarme tot matig voedselrijke, vochtige, kalkrijke, humeuze grond (mergel, zand, leem en zavel).
Groeiplaatsen: Bossen (lichte plekken in loofbossen, kalkrijke bossen en bij buitenplaatsen), bosranden, kreupelhout, struwelen, plantsoenen, grasland (beschaduwde plaatsen), bermen (beschaduwde plaatsen), zeeduinen, langs spoorwegen, steile kalkhellingen en waterkanten (beek- en rivieroeverwallen).
Oorspronkelijk zeer zeldzaam in Zuid-Limburg en vroeger ook in het oosten van Gelderland. Elders verwilderd en plaatselijk ingeburgerd, o.a. bij buitenplaatsen en in de duinen
Standplaats:
Het is mijn ervaring dat de Akelei het vrijwel overal doet en zelf zijn plekje uitkiest. Ze komen bij mij wel steeds op dezelfde plekken terug. Ze staan nooit in de volle zon maar op plekken die vooral in de ochtend zon krijgen maar in de volle middagzon beschutting hebben. Ze doen het erg goed in volle borders waar ze in het voorjaar tot de eerste wat grotere bloeiers behoren.
Akelei Zaaien:
Akelei bloeit een jaar na zaaien en uitplanten. Ik zaai en kweek ze op in de zomer in een kweekbak en in potten plant ze dan uit aan het einde van de zomer begin najaar. De kans is dan groot dat ze volgend jaar gaan bloeien. Het is een makkelijke plant die je goed aan het blad kunt herkennen en die zichzelf makkelijk uitzaait.
Stux en Pommegrenade via Pixabay
Informatie o.a. van wilde planten.nl