Artikel over Afrikaantjes of Tagetes met info over grondsoort, standplaats, bodem, onderhoud, bemesting, en planten van Afrikaantjes. Je haat Afrikaantjes of je houd van ze. De oranje en gele bloemen zijn een klassieker die de vijftigers onder ons kennen van de schooltuin, en dan met name de reuzenafrikaantjes, de grote gele bollen.
Maar ik ben nog altijd een grote fan van de kleine oranje bloemetjes de tuin opvrolijken en de rozen kunnen beschermen tegen aaltjes.

Kenmerken van de Afrikaantjes of Tagetes.
- Standplaats: zonnig tot volle zon
- Bodem: vochtig, niet te nat, matig voedselrijk, verder weinig eisen of voorkeuren.
- Grondsoort: Niet te zwaar, Zandig. Verder alle grondsoorten. Klei los maken met humus of turf en zand
- vocht: Matig vochtig
- Licht: Zon, halfschaduw
- bloeiperiode: Midden juni – eind oktober
- Kleur: oranje, geel, rood
Het afrikaantje is een bloem die we al te goed kennen. Velen onder ons zullen deze plant vervloeien en hem niet in de tuin willen. In de praktijk zijn er vele soorten en kleuren. Hieronder foto’s van de klassieke oranje versie. Makkelijk te zaaien en langbloeiend.
Standplaats en grondsoort:
Afrikaantjes hebben matig voedselrijke grond nodig en veel zon. Op een plek in de halfschaduw kunnen de planten ook goed gedijen. Een vochtige en goed doorlatende grond is optimaal voor de ontwikkeling.
Het uitplanten dient te gebeuren in het vroege voorjaar. De geur van deze plant houdt wormpjes en ander ongedierte weg wat haar in de volksmond ook de bijnaam “stinkertje” heeft opgeleverd.

Voeding en bemesting
Het Afrikaantje of Tagetes houd van matig voedselrijke grond. Doorgaans doen ze het goed in wat zandige grond. Zoals gewoonlijk dus kleigrond mengen met zand en humus en zand met wat tuingrond of andere donkere grondsoorten.
Afrikaantjes onttrekken veel stikstof en kalium aan de grond. Vooral Stikstof word in grote hoeveelheden aan de grond onttrokken en is bovendien voor de groei onontbeerlijk.
Zorg dus bij het opkweken voor voldoende N en K in je mest. Bemest gericht en als er op een plek in je border veel afrikaantjes gestaan hebben geef dan ter plaatse extra mest met de nadruk op stikstof en Kalium (N en K)
Zaaien:
- Onder warm glas: midden februari tot midden april
- Onder koud glas: midden maart tot eind april
- Openlucht: vanaf april tot eind mei
- Kieming na 7 dagen.
- Verspenen na 14 dagen.
- PlantenPlantafstand: tussen de 20 en 40 cm
Best pas uitplanten vanaf 15 mei na de ijsheiligen. De ijsheiligen zijn drie dagen in mei (12 – 13 en 14 mei) waarin het ’s nachts nog kan vriezen. Het is een typische borderplant of plant voor in de bak. Zaaien gebeurd oppervlakkig met een weinig kompost erover (grond vochtig houden). Als de vorst eenmaal uit de lucht is kun je Tagetes ook uitstekend ter plekke uitzaaien.
Zaden oogsten
De zaadjes zijn gemakkelijk zelf te winnen door de uitgebloeide bloemhoofdjes te laten drogen. (de langwerpige zwarte zaadjes laten gemakkelijk los). Let goed op dat ze niet gaan schimmelen (goed uit elkaar leggen).
Bloeitijd: van midden juni tot eind oktober.
Tip: als je bloemhoofdjes na de bloei tijdig weghaalt (voor de zaadvorming), behoud je een langdurige bloei.
Kleuren:gaan van geel, oranje tot bruinrode bloemen en kleurenmengsels hiervan. Sinds enkele jaren is er ook een vanillekleurige grootbloemige Tagetes in de handel verkrijgbaar: Tagetes erecta ‘Vanilla’.
Bestuiving gebeurd door insecten.
Gewasbescherming met afrikaantjes:
Afrikaantjes, en dan vooral de gewone kleine Afrikaantjes, hebben inmiddels naam gemaakt als het gaat om een natuurlijke, milieuvriendelijke gewasbescherming.
Deze plantjes geven namelijk vanuit hun wortels stoffen af, die de in de bodem aanwezige aaltjes tot leven wekken, maar vervolgens een wisse dood doen sterven, omdat het Afrikaantje toch niet de geschikte waardplant is die de aaltjes nodig hebben.
Om effectief te zijn moeten Afrikaantjes tenminste drie maanden onafgebroken kunnen groeien op de aangetaste bodem. Het aanplanten van alleen een randje Afrikaantjes is niet nuttig, want dan zullen de aaltjes alsnog op zoek gaan naar de waardplanten in de buurt.
Daarom moeten Afrikaantjes in het geval van bodemmoeheid helemaal opgenomen worden in de zogenaamde vruchtwisseling. Dat is de opeenvolging van gewassen door de jaren heen, zoals die vooral in de biologische tuinbouw wordt toegepast. Een Afrikaantjesjaar maakt de bodem dus pas echt gezond.
Nu wordt het wel tijd om eens wat meer te weten te komen over die Afrikaantjes, want ze zijn heus de moeite waard, ook gewoon voor in de tuin. Het is bovendien erg leuk om zelf Afrikaantjes te zaaien, omdat het bijna altijd lukt om er mooie planten van te krijgen.
Dus spoed u naar een winkel die zaden verkoopt, zoals De Kruidhof, of kijk op het internet voor mooie natuurlijke soorten, zoals de prachtige Tagetes tenuifolia, het sterafrikaantje.
En dan aan het zaaien: eerst in een kweekbakje op de vensterbank in huis of in een serre of kasje als u daarover beschikt. De zaadjes moeten bijna boven op de grond liggen om te kiemen, dus een beetje fijn zand erover, maar niet meer.
Wees matig met water, maar laat het zaaisel niet helemaal uitdrogen. Zo gauw de plantjes meer dan twee kiemblaadjes hebben, kunt u gaan verspenen: ieder plantje krijgt daarbij een eigen potje. Zorg ervoor, dat u de worteltjes daarbij heel houdt en maak het kluitje nat voordat u het in het potje zet.
Gewone potgrond is best, een beetje zand kan er wel doorgemengd worden om het wat losser te maken.
Afrikaantjes houden van zon. Ze komen oorspronkelijk uit de subtropische en tropische regio’s van Midden-Amerika, vooral uit Mexico. Eigenlijk zouden ze dus Mexicaantjes moeten heten, maar dat is ze niet gegeven. Verwent u ze dus met een plaatsje in de zon.
U kunt ze daar planten vanaf eind mei, wanneer de kans op nachtvorst voorbij is. De hele zomer, tot het weer gaat vriezen, kunt u van de schitterende kleuren van uw Afrikaantjes genieten, van diepgeel en oranje tot vuurrood.

Ze zijn er in allerlei schakeringen. De kleine Afrikaantjes, Tagetes patula nana, wordt maximaal zestig centimeter hoog, het grote Afrikaantje, Tagetes erecta, kan meer dan negentig centimeter hoog worden.
Als u het over uw hart kunt verkrijgen om al vrij vroeg tijdens de groei de top eruit te breken, dan gaan de planten zich prachtig vertakken en worden het hele bossen, vooral op de wat lichtere grondsoorten. Tagetes voelt zich trouwens toch het beste thuis op de wat lichtere bodems.
Op de zware klei en in de schaduw komt het gewas niet echt tot zijn recht. Van de al eerder genoemde enkelbloemige Tagetes tenuifolia, kunt u prachtige bloeiende haagjes maken, die ook mooi uitkomen voor een zuid- of westmuur
Taxonomische indeling
- Plantae (Planten)
- Embryophyta (Landplanten)
- Spermatopsida (Zaadplanten)
- Bedektzadigen
- Nieuwe Tweezaadlobbigen
- Campanuliden
- Asterales
- Asteraceae = Composietenfamilie
- Asteroideae
- Tageteae
Geslacht: Tagetes
Geef een reactie